zondag 3 april 2016

Mijn eerste publicatie: Tara

Samen met Rik Wielheesen heb ik de afgelopen anderhalf jaar gewerkt aan Tara. Het is mijn eerste publicatie als scenarist en daar ben ik natuurlijk bijzonder trots op: Met het fenomenale tekenwerk van Rik, de inkleuring van Daniel Arruda Massa en ook op mijn eigen verhaal.

Tara schreef ik in 2014, voor de Fantasy Strijd Brugge. Het verhaal zelf heb ik integraal al eerder geplaatst op deze blog. Het album ligt ondertussen in de winkels.




 Nu het af is, wil ik natuurlijk meer! Ik heb er net een korte samenwerking met Wilbert van der Steen opzitten, (waarover later meer) en ga nu op zoek naar auteurs die mijn werk willen verstrippen.

Kort blogje. Ik wilde het even kwijt.

donderdag 25 juni 2015

De bloedstollende avonturen van Rechercheur Leo



Toen Leo als kind bij zijn oom Han in de vrachtwagen mocht zitten, het stuur mocht vasthouden, mocht claxonneren en zelfs een stukje mocht meerijden, wist hij wat hij later wilde worden. Rechercheur. En niets stond de verwezenlijking van die droom in de weg. Heden ten dage is Leo de grote held van de afdeling Opzienbarende Zaken. Hij is de personificatie van het goede; een levende legende! Door zijn verfijnde inzicht, zijn doortastendheid en zijn hoge salaris weet hij het gespuis altijd op tijd achter de tralies te krijgen. Leo won in 1987 zelfs de eerste prijs op de Udense Playback Show!

En zo beginnen De bloedstollende avonturen van Rechercheur Leo op de site van Evert Kwok.

Dit project maak ik samen met de tekenaars van Evert Kwok, Eelke de Blouw en Tjarko Evenboer. Door de extreme droogte van de grappen en tekeningen heeft deze strip een zomers karakter gekregen. Precies wat we nodig hebben nu de vakantie er aan komt.
Lees 'm snel, deze hommage aan Leslie Nielsen en The Naked Gun!


vrijdag 5 juni 2015

Beeld en taal

Een tijdje geleden werkten tekenaar Jan Cleijne en ik aan een inzending voor Brussel in Shorts. Tot een publicatie is het nooit gekomen. Voor onze inzending wilde ik graag wat experimenteren met taal en beeld. Ik heb toen bedacht dat alle uitingen van taal terug zouden komen in het beeld. Een vraag van de hoofdpersoon stond als graffiti geschreven op de muur. De tekst van een straatmuzikant als billboard reclame op de achtergrond.

zaterdag 23 mei 2015

Comic Script Writer


Voor mijn activiteiten als Scenarioschrijver voor Strips had ik een mooi beeldmerk nodig en dit is het geworden. Met dank aan Maikel Verkoelen:

woensdag 28 januari 2015

Nieuwe Cartoons

Laatst wat nieuwe cartoons geschreven voor Zombie Hipsters, van Danuel Arruda Massa.



maandag 17 november 2014

Schrijfplankje van Tolsum

 
Tijdje geleden gemaakt. Klein artikeltje ter illustratie van een intrigerend stukje geschiedenis.

maandag 29 september 2014

Mijn inzending voor de Fantasystrijd Brugge 2014: Tara



Het was zomer 1973. Langs de rand van de groeiende stad waren flats gebouwd; moderne gebouwen met veel groen en waterpartijen, gemaakt voor de nieuwe generatie die werk had gevonden buiten de drukke steden in het westen.

Op de zesde etage woonde Tara met haar ouders. Het meisje was hier geboren. Ze was bijna vijf en binnenkort zou ze een broertje of een zusje krijgen. Haar ouders waren daarom druk met de kinderkamer. Haar vader plakte behang en haar moeder smeerde lijm op het papier. Af en toe stopte ze en voelde aan haar buik. Vader keek dan bezorgd en moeder moest dan lachen.
 Er was voorlopig geen tijd voor Tara, dus speelde ze op het balkon met Walter, haar dikke bruine knuffelbeer. Ze liep met hem over het beton alsof hij een onhandige baby was. Met zijn armen klom hij in de bomenspijlen, tot hij eindelijk boven in de takken was. Hier op de reling had hij het beste uitzicht, dus daar ging hij naartoe. Tara moest op haar tenen staan om Walter vast te houden. Hij liep over de rand en wankelde gevaarlijk heen en weer. Plotseling schrok ze van een deur die dichtviel door de wind en Walter viel van het balkon. Ze stak haar hand nog uit, maar het was te laat. Tara zag hem door de tralies verdwijnen in de diepte.

Even later werd Walter langzaam wakker. Hij lag op zijn rug in de struiken met zijn ogen dicht. Water drupte op zijn hoofd. Eerst dacht hij dat het regende, maar toen hij zijn ogen open deed keek hij in het bezorgde gezicht van Tara.
“Daar ben je, gekke beer,” zei ze. “Ik ben al zo lang naar je op zoek.”
Ze pakte Walter stevig beet en knuffelde hem. “Heb je je zeer gedaan, Walter?”
“Valt wel mee,” antwoordde hij. “Maar hoe kom je zo nat?”
Ze keek beteuterd naar haar jurk. “Ik ging je zoeken en toen ben ik in de vijver gevallen.
Maar niet tegen papa en mama zeggen hoor. Deze jurk is net nieuw.”
Ze zette Walter neer, en hand in hand liepen ze over het schelpenpad. Het schemerde en dadelijk zou het donker zijn. Bij de portiek flikkerde een tl balk. Het steriele licht wierp lange schaduwen in de verlaten hal.
“Laten we maar snel naar binnen gaan,” zei Walter. “Voordat je ouders ongerust worden.”
Snel renden ze naar de lift en drukten op de ”6”. Boven was alles stil en de galerij was leeg. Tara keek een beetje angstig, maar Walter stelde haar gerust.
“Het ziet er altijd eng uit in het donker. Laten we maar naar binnen gaan.” Hij sloeg een arm om haar been en trok haar mee. Snel renden ze over de galerij en stopten voor hun huis. Er brandde geen licht en er klonken geen geluiden.
 “Zouden ze al slapen?” vroeg Tara. Ze kneep in Walters arm.
Walter duwde de deur open en gluurde naar binnen. De gang was leeg. De lamp aan het plafond was weg. Er hing geen spiegel en er stond geen kapstok meer. Hij sloop naar binnen en ging naar de kamer. Ook daar was alles weg. De hamster was verdwenen. De zitzak en de bank. Alleen in de vensterbank stonden een paar dode planten. In de hoek stond een kast die bij de huurwoning hoorde. Tara liep naar de slaapkamer van haar ouders, maar ook die was verlaten.
“Waar zijn papa en mama, Walter?” vroeg ze. Haar stem klonk hol in de lege ruimte.
Hij pakte haar hand en nam haar mee naar de kamer. “Ik weet het niet Tara, maar ze komen vast snel terug om je te halen.”
Ze gingen naar de huiskamer en kropen tussen een stuk tapijt dat was achtergelaten in een hoek. Tara hield Walter stevig vast. En zo vielen ze uiteindelijk in slaap.

De volgende morgen waren ze al vroeg wakker. Door het gebroken glas van het wc raampje drongen vogelgeluiden de kamer binnen.
“Ze zijn nog niet terug,” zei Tara verdrietig. “Ik heb overal al gekeken.”
Walter schudde de slaap van zich af en Tara liep naar de keuken.
“ik heb honger,” zei ze. “En dorst.”
Walter liep naar de hal en snoof.
“Ik ga naar buiten om eten te zoeken,” zei hij. “Ga je met me mee?”
Samen liepen ze via de hal naar de lift. Walter was sinds gisteren gegroeid. Hij kon nu bij de knop en drukte op BG. Toen ze beneden waren, zagen ze niet wat ze hadden verwacht. De wereld was veranderd. Waar eerst een park was en een parkeerplaats voor de bewoners, lag nu een naaldwoud. Zover het oog reikte. Mos lag als een deken over de bomen en hing in baarden van de takken omlaag. De lucht was vochtig en klam. Hoog in de bomen kwetterden vogels. Een eekhoorn keek nieuwsgierig langs een tak naar de nieuwkomers.
Tara deed aarzelend een paar stappen, maar Walter rende uitgelaten het bos in en liet zich vallen op het de grond. “Het is fijn hier,” riep hij opgetogen. Hij schurkte zijn dikke vacht langs een boom en schudde het vocht uit zijn haren.
“Klim op mijn rug,” zei hij. “Dan gaan we rennen.”
Tara was nog niet helemaal overtuigd, maar toen ze veilig op zijn rug zat en de wind door haar haren voelde waaien, keek ze al iets blijer. Ze renden langs de donkere bomen en door open plekken die bezaaid waren met bloemen en varens. Vogels en konijnen zochten een veilig heenkomen, terwijl Tara en Walter langs vlogen.

Plotseling stopte Walter bij een vennetje.
“Bosbessen,” zei hij blij. Ze kropen onder een omgevallen boom door die bedekt was met paddenstoelen. Tara voelde het zachte mos langs haar rug glijden toen ze naar de waterkant liep.
Daar speelden ze tot de avond in het hoge groene gras. Tot de vogels eindelijk zwegen en de zon verdwenen was. Met de avond kwamen schaduwen mee. Niet de gewone schaduwen van de schemer, maar donkere silhouetten die het vennetje langzaam omsloten. Kille misthanden gleden over het water en bewogen zich langzaam naar Walter en Tara toe. Onbeweeglijk bleven ze staan. Plotseling klonk gekrijs op uit het duister. Tegelijk sprongen ze op. Zo snel als ze konden, renden ze terug naar de flat.

Met een klap sloeg Walter de deur achter zich dicht. Tara was al in de kamer en had zich verstopt achter het opgerolde tapijt.
“Zijn de monsters weg?” piepte Tara.
“Het zijn de monsters van de nacht,” zei Walter. “ Die leven in het woud. En wij mogen daar niet zijn als het donker is. Ze zijn daar gebleven. In de schaduw.”
Tara slikte hoorbaar. Toen keek ze beer in zijn ogen. “Je bent groot geworden Walter. Je kunt het nu alleen. Het is bijna tijd. En dan moet ik gaan.”
“Laten we maar gaan slapen,” zei Walter in een poging om haar gerust te stellen. Hij schoof zijn dikke berenlijf tegen haar aan en sloot zijn ogen. Tara mompelde nog iets en viel toen ook in slaap.

Walter werd wakker na een onrustige nacht, vol met dromen die hij zich niet meer herinneren kon. Hij rekte zich uit en keek slaperig om zich heen. Tara lag niet meer tegen hem aan. Hij stond op en liep door het huis. De beer stak zijn neus in de lucht, maar haar lucht was ook verdwenen. Hij duwde de buitendeur open en keek voorzichtig om het hoekje. Op de galerij was ze ook niet. Hij bewoog zijn kop over het beton en waggelde langzaam naar de lift. Voor de deur bleef hij besluiteloos staan. Hij kon zich niet meer herinneren hoe de deur open moest, dus besloot hij de trap naar beneden te nemen.

Buiten was de wereld grauw en grijs. Het woud was verdwenen en had plaats gemaakt voor asfalt en het kille licht van lantaarnpalen. Het was vroeg in de morgen maar het was een drukte van belang.
Mannen in plastic pakken dregden de vijver naast de flat. Het gebouw stond al vijf jaar leeg, dus er waren gelukkig geen pottenkijkers die vanaf de galerijen mee keken. Vroeg in de morgen was de politie gebeld door een visser na een lugubere vondst in het parkje. Hij stond achter het afzetlint met een kop koffie in zijn hand en vertelde zijn verhaal aan een agent.

Voorzichtig sloop Walter door de struiken achter een politiewagen langs, naar de rand van de afzetting. Hij wilde weg van de drukte, maar hij was ook nieuwsgierig. Hij hield zijn hoofd schuin. Een bekende geur. Een herinnering. Een beeld.
Daar lag Tara. Waar ze al die tijd al had gelegen. Toen ze met hem naar beneden viel, en in het ondiepe modderige water van de vijver was beland. De beer sjokte naar de rand van het parkje. Hij kon zich de laatste tijd niet veel meer herinneren van vroeger en schudde zijn kop. Hij aarzelde even en keek nog eenmaal om. Toen verdween hij in de schaduw van de bomen.